donderdag 26 november 2015

Roze Olifant

Langzaam word ik gek. Ik doe echt mijn best me er niet door te laten beïnvloeden maar het grijpt me vast en trekt me mee naar beneden. Een beetje als drijfzand, ik heb heel lang geprobeerd gewoon door te lopen maar hoe dichter ik de 1 december nader, hoe dikker en stroperiger de massa rond mijn voeten wordt.

1 December. D day. Door mij vanmorgen omgedoopt tot Roze Olifant. Je weet wel, het beest dat gebruikt wordt om uit te leggen waarom het niet werkt om ergens níet aan te denken. Denk niet aan een Roze Olifant! Op 1 december krijg ik, en 124 collega’s met mij, te horen of ik nog een baan heb. Of niet.

Ik besloot me niet te laten kisten door dat nieuws. Ik heb me er in vastgebeten, besloten dat ik voor die datum wil weten wat ik ga doen als ik te horen zou krijgen dat voor mij het doek valt. Dat hield me ongeveer een dag of 5 bezig en toen had ik dat voor mezelf wel helder. Toen besloot ik dat ik de weken die ik nog door moest tot 1 december moest vullen met leuke dingen. Vandaag; met drie verjaardagen, een etentje, een wijnproeverij en een dagje behulpzaam schilderen achter de rug en met de sinterklaas, kerst, het vriendenweekend en een vest dat af moet nog in mijn handen bedenk ik me dat het misschien ook een beetje té kan allemaal. Tegelijk houd het me wel gaande. En het houdt mijn gedachten mooi af van die Roze Olifant.

Alleen werktijd… dat dagje behulpzaam schilderen was al een vlucht. En niet dat de sfeer verziekt is of zo. Echt, petje af voor al mijn collega’s die gezamenlijk de schouders er onder hebben. We praten er over, ieder deelt zijn zorgen, we stellen elkaar gerust en we gaan door. We lachen wat af. Maar ondertussen is er degene die heel demonstratief mij ineens overal bij betrekt. Alles laat zien. Alsof ik straks alles alleen moet doen. Andere collega die haar hele bureau aan het uitmesten is. Niemand kunnen spreken zonder dat '1 december' in een vorm ter sprake komt. Mailtjes van de manager, dat er 30 november een meeting is met info. Wandelgangen die melden dat er 2 december nog een meeting is. Ik noem het de afterparty, mijn collega’s lachen er om; maar de boer met kiespijn ondertoon valt niet te negeren.

Ik ben er klaar mee, met dit hele voorprogramma. Laat het maar 1 december zijn, vertel me wat mijn bezigheden gaan worden de komende maanden. Laat die bijl maar vallen, de sfeer maar omslaan, het noodweer uitbreken. Want het is schier onmogelijk om niet te denken aan een Roze Olifant als die pal voor je neus staat.

maandag 2 november 2015

Mist

Ik reed vanmorgen door de mist. Dichte mist, mijn zicht reikte ongeveer twee lantarenpalen ver. Lantarenpalen, overigens, die uit stonden.

Er zijn dagen dat mist me aangrijpt, dat het me benauwd dat ik niet kan zien wat zich daar verderop bevindt. Dat het kleine wereldje dat zich wel aan me openbaart me beknelt. Dat ik de horizon niet kan zien, zien wat mijn mogelijkheden zijn. Hoe moet ik weten of ik links- of rechtsaf wil slaan als ik niet kan zien waar de wegen naar leiden? Wat gebeurt daar allemaal net buiten mijn zicht, wat mis ik?  Frustrerend, mist.

Vanmorgen was anders, de mist gaf me rust. Er waren die twee lantarenpalen vooruit en op basis daarvan nam ik besluiten. Ik volgde rustig de weg, met alle hobbels en bochten, zonder me druk te maken over wat er verderop is. Afslagen, en de daarbij horende keuzes, daar hoefde ik pas over na te denken als ze zich aandienden en niet al mijlen daarvoor. Het besluit om al dan niet een afslag te nemen hoefde ik slechts te baseren op de eerste twee lantarenpalen van die weg, omdat ik eenvoudigweg geen zicht had op meer. Ik kon genieten van het moois dat zich in mijn kleine wereldje aandiende, zonder dat ik me blind staarde naar een onbereikbare horizon. De dingen die ik niet zag waren niet van belang, zo simpel was het.

 

Ik zou wel wat meer mist in mijn leven kunnen gebruiken.